Achter de schermen van CANAC 2, het luchtverkeersleidingscentrum
Voor de meesten onder ons is de luchtvaart iets fascinerends. Als passagier zien wij maar het topje van de ijsberg – de luchthavens, de piloten, de vliegtuigen, zelfs de controletoren – maar slechts weinigen vingen al een glimp op van het onzichtbare deel: het luchtverkeersleidingscentrum CANAC 2.
Zodra je de operationele zaal van het CANAC 2-verkeersleidingscentrum binnentreedt, is de concentratie van de luchtverkeersleiders merkbaar, bijna tastbaar. Zij verzekeren de veiligheid van de duizenden vliegtuigen die het Belgische luchtruim elke dag opnieuw in alle richtingen doorkruisen. Alles wordt gecoördineerd, gepland en uitgevoerd in de rust van een zaal die baadt in het daglicht dankzij een enorme lichtstraat.
Het zenuwcentrum van de luchtvaart
CANAC 2 is het zenuwcentrum van de luchtvaartveiligheidsoperaties. In tegenstelling tot de verkeersleiders in de controletoren, die het verkeer in de onmiddellijke omgeving van een luchthaven, op de banen en de taxiways beheren, zijn de verkeersleiders van het CANAC 2-verkeersleidingscentrum verantwoordelijk voor het overvliegende en naderende luchtverkeer tot op een hoogte van 7.500 meter (24.500 voet). Boven dat vliegniveau neemt het Eurocontrol-centrum te Maastricht het luchtverkeer voor zijn rekening in het hogere luchtruim van de Benelux en het noordwesten van Duitsland.
Een niet-aflatende verkeersstroom in een complex luchtruim
Je zou kunnen denken dat er maar weinig vliegtuigen het Belgisch-Luxemburgse luchtruim doorkruisen op zo’n geringe hoogte en dat CANAC 2 uiteindelijk maar weinig verkeer hoeft te beheren. Niets is echter minder waar: België ligt te midden van de grootste Europese luchthavens, net op het snijpunt van de lijnen tussen Amsterdam Schiphol, Paris Charles De Gaulle, London Heathrow en Frankfurt. Dat overvliegend verkeer, alsook dat gegenereerd door Brussels Airport, dat bij de Europese top 20 hoort, zorgt ervoor dat de verkeersleiders van het CANAC 2-centrum om en bij de 600.000 bewegingen per jaar managen.
Het door CANAC 2 gecontroleerde luchtruim is een van de meest ingewikkelde in heel Europa. In 2017 bekleedde het de tweede plaats in termen van complexiteit, na het Zwitserse luchtruim. Er zijn twee criteria voor het bepalen van de complexiteit van een luchtruim: zijn structuur en de dichtheid van het verkeer. Het Belgische luchtruim is vooral structureel ingewikkeld, gezien er zich op een vrij beperkte ruimte maar liefst 6 luchthavens bevinden, alsook talrijke militaire oefenzones die ongeveer 50% van het totale luchtruim innemen.
Doordat ze in die omgeving de verkeersstromen in goede banen leiden, hebben de verkeersleiders van skeyes een enorme dosis ervaring en competenties opgebouwd, wat natuurlijk hoogst welkom is wanneer ze voor jouw veiligheid instaan als je het vliegtuig neemt.
Ergonomie, flexibiliteit en communicatie
Er staat geen prijs op jouw veiligheid. Daarom werd er niet over een nacht ijs gegaan bij het ontwerpen van het CANAC 2-centrum. Elk detail werd geanalyseerd en geoptimaliseerd.
Het CANAC 2-verkeersleidingscentrum werd ontwikkeld in samenspraak met de luchtverkeersleiders en maakte het voorwerp uit van grondige ergonomische studies die uitmondden in de vier bloemblaadjes waaruit de werkposities van de verkeersleiders bestaan.
Elk bloemblad bevat 14 werkposities en elke positie is uitgerust met 3 schermen waarmee onze verkeersleiders rechtstreeks toegang hebben tot alle voor hen broodnodige operationele informatie:
- het scherm in het midden geeft de radarbeelden weer. Zij bundelen een waaier van voor de verkeersleider essentiële gegevens : positie van het vliegtuig, hoogte, snelheid, enz.;
- op de schermen links en rechts staan de operationele applicaties die de verkeersleider heeft gekozen.
Door de opstelling van de werkposities in bloembladvorm kunnen de luchtverkeersleiders in woord en gebaar optimaal met elkaar communiceren. Die communicatie is een essentieel onderdeel van het werk van de luchtverkeersleiders (zie het interview van Dirk Vuerinckx hieronder).
Veiligheidsnetten
CANAC 2 biedt de verkeersleiders state-of-the-art hulpinstrumenten voor de veiligheid – veiligheidsnetten – die een visueel en een geluidssignaal geven wanneer ze een situatie detecteren die mogelijk gevaarlijk zou kunnen worden, zoals een risico dat de minimale veiligheidsafstand tussen twee vliegtuigen niet wordt nageleefd, en dat tot 20 minuten op voorhand.
Talrijke andere veiligheidsnetten en hulpmiddelen voor de luchtruimbewaking worden in CANAC 2 uitgerold en dekken alle situaties die potentiële conflicten zouden kunnen genereren tijdens de verschillende vluchtfases.
Het luchtruim in goede handen
In CANAC 2 beschikken alle verkeersleiders over dezelfde werkposities, maar ze kunnen verschillende functies bekleden naargelang hun opleiding en ervaring: de radarverkeersleider houdt zich bezig met het tactische, onmiddellijke beheer van de verkeerssituaties in zijn sector. Hij werkt in tandem met een ‘planningsverkeersleider’ die een proactief zicht heeft op het verkeer en de stromen beheert. De radar-planningsverkeersleider waarmee hij in tandem staat, verzekert zowel een vlotte verkeersstroom als een maximale veiligheid voor het luchtverkeer.
Die verkeersleidersteams zijn verantwoordelijk voor een specifieke sector, dat is een deel van het luchtruim. Ze zullen de veiligheid van jouw vliegtuig verzekeren naargelang de vluchtfase waarin het zich bevindt:
- kort na het opstijgen, eens je vliegtuig zich buiten het luchtruim van de luchthaven (CTR) begeeft, zijn het de ‘naderingsverkeersleiders’ (APP) die de verantwoordelijkheid voor je vliegtuig overnemen en het naar zijn luchtcorridor begeleiden. Zij zorgen er tevens voor dat de minimale veiligheidsafstanden nageleefd worden.
Zij zien er ook op toe dat je vliegtuig, voordat het zijn daling inzet, in een aankomstvolgorde wordt opgenomen opdat het verkeer zo vlot mogelijk verloopt en de minimale veiligheidsafstanden gerespecteerd worden. - Wanneer je vliegtuig zijn route bereikt, nemen de ACC-luchtverkeersleiders je vliegtuig op in de verkeersstroom en waken ze erover dat de minimale veiligheidsafstanden ten opzichte van de andere toestellen gewaarborgd worden. Die afstanden bedragen 5 nautische mijl horizontaal (9 km) en 1.000 voet verticaal (of 300 m). Wanneer je vliegtuig het Belgische luchtruim uitvliegt, coördineert de verkeersleider die voor jouw vlucht verantwoordelijk is, de overdracht met een verkeersleider van het buurland.
In het hart van de 4 bloemblaadjes van CANAC 2 bevinden zich de orkestleiders van het luchtballet:
- de Supervisor: hij overziet de operaties en neemt de administratieve taken op zich
- de Traffic Manager: hij regelt het luchtverkeer in functie van de beschikbare capaciteit, in coördinatie met de controlecentra van de buurlanden en de Central Flow Management Unit (CFMU) van Eurocontrol die de verkeersstromen op Europees vlak beheren (41 landen).
Dirk Vuerinckx is één van onze 300 luchtverkeersleiders die jouw veiligheid mee helpen verzekeren wanneer je aan boord gaat. Hieronder beschrijft hij kort zijn job als door de wol geverfde luchtverkeersleider.
Wat is de opdracht van een luchtverkeersleider?
“Hij moet eerst en vooral de veiligheid van het luchtverkeer verzekeren door erop toe te zien dat de minimale scheidingsafstanden tussen de vliegtuigen worden nageleefd. En ook dat het verkeer vlot en efficiënt verloopt. Dat zijn de twee belangrijkste zaken die je als verkeersleider in het oog moet houden.”
Is het makkelijk om een evenwicht te bewaren tussen een veilig, vlot en efficiënt vliegverkeer in je dagelijkse werkzaamheden?
“Veiligheid blijft de topprioriteit. Wat betreft de vlotte doorstroming van het verkeer en het terugdringen van vertragingen, kan ik de situatie met een boutade samenvatten: “een goeie verkeersleider is een luie verkeersleider”. Dat betekent dat, als je de verkeerssituatie degelijk voorbereidt en correct kunt inschatten, je niet constant hoeft bij te sturen. Als verkeersleider moet je een goed beeld hebben van de hele sector die je beheert en moet je de verkeersvolgorde optimaal organiseren; dan loopt het van een leien dakje. Maak je de verkeerssituatie eenvoudig, dan heb je des te meer tijd om het vervolg te organiseren en verlies je des te minder tijd met bijsturen. Een moeilijke situatie kan je oplossen met 1 instructie of met 10, maar in dat laatste geval verlies je kostbare tijd om de rest van het verkeer te organiseren op de meest eenvoudige en efficiënt mogelijke manier. Dat degelijke verkeersinzicht en die eenvoudige organisatie bevorderen ook de coördinatie met de collega’s, op de goede manier en op het juiste moment.”